U bent hier
Provinciaal werk
Het verkiezingsprogramma wordt als leidraad gebruikt door de N-VA-fractie in de provincieraad tijdens de komende legislatuur 2024-2030.
1. Efficiënt besturen in West-Vlaanderen
Algemeen
- Zolang de provinciebesturen blijven bestaan, zien we het als onze plicht te waken over een verantwoordelijk en efficiënt bestuur. We kiezen daarbij voor strak afgelijnde bevoegdheden, zetten enkel in op de kerntaken en wat daar niet in past stoten we af.
- Dankzij de N-VA werd het aantal gedeputeerden eerder al verlaagd van 6 naar 4 en werden de rol en bevoegdheden van de gedeputeerden teruggebracht tot een aantal kerntaken rond grondgebonden materies. Dit willen we verder als N-VA bewaken door aan het begin van de nieuwe legislatuur elk samenwerkingsverband, elke werking en elk investeringsproject tegen het licht te houden en te toetsen aan deze kernopdracht.
- Door de focus op (bovengemeentelijke) grondgebonden kerntaken (ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieu, natuur, landbouw, waterbeheer en toerisme), het niet langer uitvoeren van bevoegdheden met een persoonsgeboden karakter en door een slanke communicatie creëren we budgettaire ruimte.
Financiën
- Een verantwoordelijke overheid springt als een goede huisvader om met de financiën. We zorgen daarom voor een structureel begrotingsevenwicht en bouwen de schulden verder af. We lenen enkel voor grote investeringen in bijvoorbeeld onze provinciale domeinen, scholen of veiligheidsopleidingen. Deze schulden betalen we op korte termijn terug.
- We besparen verder door het aantal subsidies te beperken. Zo geven we in de toekomst enkel nog subsidies aan projecten die aansluiten bij onze kerntaken en beperken dat tot een minimum. Dat betekent dat we ook de provinciale partijfinanciering stopzetten.
- We zorgen voor een provinciaal luik binnen het bestaande Vlaamse subsidieregister. Dit zal de transparantie vergroten en ervoor zorgen dat burgers en belanghebbenden een duidelijk overzicht hebben van de subsidies die in hun provincie worden toegekend.
- Door de focus op kerntaken, het niet langer uitvoeren van bevoegdheden met een persoonsgeboden karakter (woonbeleid, arbeidsmarktbeleid, flankerend onderwijsbeleid) en door slanke communicatie creëren we budgettaire ruimte.
- Er komt een grondige analyse van de werking van de grafische dienst. De activiteit als eigen drukkerij wordt afgestoten.
- Een slankere en efficiëntere provincie betekent voor de N-VA dat de provinciebelastingen kunnen dalen. We schaffen de bedrijfsbelasting af voor kleine ondernemers en mensen met een bijberoep.
- De provincie zal alle subsidies voor zaken waarover ze niet bevoegd is, terugschroeven. Alle toegekende subsidies worden gekoppeld aan een resultaatsverbintenis.
- De partijdotaties worden afgeschaft.
Onderwijs
- We stemmen ons provinciaal aanbod af op de noden van de arbeidsmarkt en dit zowel binnen de technische als beroepsopleidingen die door de industrie en het werkveld erg gevraagd worden. Aan de hand van hun vragen stellen we het onderwijsaanbod samen. Dit aanbod is gekend als het STEM-aanbod. De opleidingen zijn gericht op de arbeidsmarkt via de dubbele finaliteit: een rechtstreekse ingang naar de werkvloer of een doorstroom naar het hoger onderwijs. Innovatie en techniek vormen belangrijke speerpunten binnen het provinciaal onderwijs.
- Het provinciebestuur biedt vandaag ook zogenaamde ‘bestuursopleidingen’ aan. Er zijn echter ook andere instanties, zowel in de private als de openbare sector, die dergelijke opleidingen aanbieden. Het provinciebestuur hoeft deze dan ook niet langer te organiseren.
- Het provinciaal onderwijs ondersteunt het inburgeren door het aanbod OKAN en NT2 uit te bouwen. Waar OKAN zich inzet op een snelle taalverwerving om de lessen te kunnen volgen, zal NT2 zich vooral richten op de omgangstaal en de bestuurstaal.
- Het provinciaal onderwijs gebeurt in een levensbeschouwelijk neutrale omgeving: leerlingen noch leerkrachten in het provinciaal onderwijs dragen religieuze, levensbeschouwelijke of politieke tekens.
- We richten een investeringsfonds op voor alle technische scholen in West-Vlaanderen. Die scholen krijgen ondersteuning voor die specifieke extra middelen (machines, grondstoffen, onderdelen, ..) nodig zijn voor technisch onderwijs. Op die manier staat de provincie ten dienste van alle West-Vlaamse leerlingen in het technisch en beroepsonderwijs.
Communicatie
- Als provinciebestuur staan we ten dienste van de burgers en de gemeentebesturen. Dat moet ook volop tot uiting komen in de communicatie: niet het bestuursniveau op zich is belangrijk, maar wél wat dat bestuur voor u doet. Daarom leggen we in de provinciale communicatie vooral de klemtoon op de provinciale producten (recreatiedomeinen, fietssnelwegen, provinciaal onderwijs).
Patrimonium
- De provinciebesturen stellen energiezuinigheid en klimaatdoelstellingen voorop. We willen onze gebouwen en patrimonium dan ook zoveel mogelijk energieneutraal maken en zo inrichten. Op alle provinciale sites plaatsen we daarom zonnepanelen en implementeren we het gebruik van de batterij. Ook het asbest vrij maken van onze provinciale gebouwen wordt een prioriteit. Het provinciale wagenpark wordt geëlektrificeerd met voldoende laadpalen. Dit betekent dat het huidige aanbod van 19 laadpalen verder wordt uitgebreid
Personeelsbeleid
- Ook in het personeelsbeleid streeft de N-VA naar een slanke, efficiënte en moderne overheid. Het personeelsbeleid moet aandacht besteden aan interne mobiliteit en de afstemming met het private leven. Voor de N-VA is het duidelijk dat er niet meer personeel moet tewerkgesteld worden dan strikt noodzakelijk. Daarom starten we de nieuwe legislatuur met een nulmeting. Het aantal personeelsleden mag op het einde van de legislatuur niet hoger zijn dan bij de start.
- Personeelsleden moeten de mogelijkheid hebben om binnen de provinciale diensten door te schuiven naar een andere functie. Dit zorgt voor gemotiveerdere werknemers en komt ook de efficiëntie ten goede: er worden dan immers niet altijd extra personeelsleden aangeworven bij elke vacature.
- De provincies stappen over naar een volledig contractueel ambtenarenkorps. Er worden dus geen statutaire personeelsleden meer aangeworven. In een modern personeelsmanagement is het bovendien logisch dat er op termijn een eenvormige rechtspositieregeling komt waarbij er geen aparte personeelsstatuten meer naast elkaar bestaan. Dit vormt immers een belemmering voor een efficiënt personeelsbeleid. De N-VA pleit hier voor een uitdoofbeleid.
- De N-VA is van oordeel dat het samenvoegen van verwante diensten heel wat schaalvoordelen en efficiëntiewinsten (minder overhead, minder leidinggevenden, ...) zou opleveren. Momenteel zijn er bijvoorbeeld heel wat verzelfstandigde agentschappen, entiteiten en provinciale diensten die naast elkaar werken maar zich op hetzelfde thema toeleggen. Een vereenvoudiging maakt het ook voor de burger duidelijker bij welke instantie ze moeten aankloppen.
- We pleiten voor het invoeren van een doeltreffend evaluatiesysteem voor hogere ambtenaren, dit naar analogie met het Vlaamse niveau, zodat het steeds de politiek is die het laatste woord heeft en niet de ambtenarij.
Europa Direct
- De belangrijkste Europese instellingen bevinden zich in ons land. Daarnaast is het ook de verantwoordelijkheid van het Europese niveau zelf om de bevolking te betrekken bij hun bestuursniveau en de Europese instellingen dichter bij de burger te brengen. Het is niet nodig om die in elke provincie nog eens voor het voetlicht te plaatsen: we schaffen het infopunt Europa Direct daarom af.
2. Een leefbaar West-Vlaanderen
Landbouw en platteland
- De Vlaamse land- en tuinbouwsector is van groot strategisch belang voor een zelfvoorzienende voedselketen. De N-VA blijft de landbouwsector (en het platteland) dan ook steunen.
- We waken er wel over dat ondersteuning aan deze sector terecht komt bij de mensen, niet bij de organisaties, en ze moet duidelijk specifiek gericht zijn op landbouw en plattelandsleven.
- De kracht van de Vlaamse land- en tuinbouw schuilt in de kwaliteit van onze producten. We blijven dat principe uitdragen.
- De eerste opdracht van onze land- en tuinbouwers is en blijft sowieso de productie van voedsel. En dat moeten ze kunnen doen in een context die zowel economisch rendabel als ecologisch opportuun is, waarbij de landbouwer een eerlijke prijs krijgt.
- Grotere landbouwbedrijven blijven ook in de toekomst nodig. Ze kunnen met respect voor de ecologische grenzen verder inzetten op een ecologische intensifiëring waarbij lokale reststromen maximaal worden benut op de akkers en in het veevoeder.
- Door de schaarse ruimte is schaalvergroting in veel gevallen echter erg moeilijk. Dat zet een rem op de concurrentie met buitenlandse landbouwers maar opent deuren naar andere, kwalitatievere verdienmodellen.
- Kleine landbouwbedrijven kunnen concurrentie eventueel aangaan door hun takenpakket uit te breiden (kinder- en zorgboerderij, kleinschalige verkoop, thuisverwerking, hoevetoerisme, zelfpluktuinen, enzovoort) maar ook door de omslag te maken naar natuur-inclusieve en herstellende landbouwpraktijken uit de agro-ecologie.
- We blijven met het provinciebestuur het praktijkgericht onderzoek ondersteunen: het blijft namelijk belangrijk om ook in de landbouw- en tuinbouwsector te blijven innoveren. We maken echter Vlaamsbrede synergiën tussen de verschillende praktijkcentra die werken rond dezelfde thema’s en moderniseren de werking.
- De rol van Inagro moet zich inschakelen in het bovenstaande kader. Het Landschap van West-Vlaanderen wordt versterkt via een geïntegreerde regiovisie en deze moet zich vertalen in een kwalitatieve inplanting van gebouwen in het platteland.
- We focussen op leefbare dorpen: vooral in de Westhoek moeten initiatieven om het dorpsleven te versterken, gesteund worden.
- West-Vlaanderen is in de eerste plaats familiale (grondgebonden) landbouw en geen agro-industrie. N-VA weigert mee te werken aan industriële landbouw, mega-stallen en zgn. para-agrarische activiteiten die zowel het landschap als de leefbaarheid en de natuur aantasten.
- We creëren ruimte voor glastuinbouw en agro-industrie op goed gelegen locaties.
Milieu en natuur
- De N-VA ondersteunt de Vlaamse ambitie om verschillende Nationale Parken en Landschapsparken op te richten. De provincies moeten daarbij nog meer dan vandaag de coördinator zijn van een geïntegreerde gebiedswerking die investeert in natuur, erfgoed, streekeconomie en landschap en waarin alle maatschappelijke belangen hun plaats vinden.
- Het is daarbij essentieel om over sterke, gebiedsdekkende en efficiënt georganiseerde organisaties te beschikken die het natuurlijk landschap duurzaam beheren. De bosgroepen en regionale landschappen zijn een prioritaire partner voor uitvoering van het provinciaal beleid. We blijven dan ook de werking van de regionale landschappen en de bosgroepen subsidiëren en van nabij opvolgen.
- Een sterke ‘blauw-groene infrastructuur’ van water, natuur en bos is essentieel voor een kwalitatieve en gezonde omgeving, en is ecologisch en economisch even belangrijk als de gebouwde infrastructuur van wegen en nutsvoorzieningen. Dankzij de N-VA werd in de afgelopen regeerperiode een einde gemaakt aan jaren van ontbossing, en kende de bosoppervlakte in Vlaanderen voor het eerst sinds lange tijd een aanzienlijke uitbreiding. De provincies werken verder op dit elan, en zullen waar enigszins wenselijk de eigen percelen bebossen. Versnipperde natuur verbinden tot een robuust ecologisch netwerk is een bij uitstek bovenlokale taak, waarin de provincies het verschil moeten maken. Samen met de gemeenten, de regionale landschappen en de andere terrein- en waterloopbeheerders investeren de provincies in het wegwerken van de ruimtelijke verrommeling en het versterken van de natuur in de open ruimte, onder andere door een gericht aankoopbeleid.
- Een speciaal aandachtspunt voor de N-VA is daarbij dat de natuur toegankelijk moet zijn, ook voor mensen met een beperkte mobiliteit, en dat bezoekers - binnen de grenzen van de ecologische draagkracht - welkom blijven in bos en open ruimte.
- We werken verder aan een ruim provinciaal aanbod van data en diensten, dat de steden en gemeenten ondersteunt bij het behalen van duurzaamheids- en klimaatdoelstellingen. De provincies moeten vooral daar aanvullen waar de capaciteit van de gemeentebesturen eerder beperkt is, en waar bovenlokale samenwerking een meerwaarde biedt. Zo worden de provincies het aanspreekpunt voor iedereen die gemeentelijk bezig is met milieu, natuur en klimaat.
- De provincie deelt zijn expertise met de gemeentebesturen om schadelijke planten en dieren maximaal te verwijderen zoals muskusratten, de reuzenberenklauw, …. Exoten zoals de Aziatische hoornaar worden prioritair aangepakt in overleg met Vlaanderen. De samenwerking met Frankrijk is hierbij cruciaal.
Wonen
- Het woonbeleid wordt op verschillende overheidsniveaus behandeld. Het is dan ook belangrijk om dubbel werk te vermijden. Zo biedt men vandaag met het provinciebestuur bijvoorbeeld nog renovatie-advies of groepsaankopen voor zonnepanelen, thuisbatterijen, waterputten… aan. Dat zijn niet alleen geen kerntaken maar het zijn taken die ook door andere overheden of zelfs private initiatieven worden aangeboden. Het provinciebestuur hoeft dat dus niet langer te doen.
- Recent werden de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren hervormd tot ‘woonmaatschappijen’. De sturende overheden zijn de gemeentebesturen, die het dichtst bij de noden van hun bevolking staan. Dikwijls hebben de provinciebesturen echter ook nog een zitje in die raden van bestuur van de woonmaatschappijen. Nochtans hebben ze daarin geen bevoegdheden meer. Het is dan ook aangewezen om als provinciebestuur terug te treden uit de woonmaatschappijen in plaats van per se vast te willen houden aan een bestuursmandaat. Op die manier kunnen de gemeentebesturen zonder bemoeienis hun rol spelen in de zoektocht naar een betaalbaar woonaanbod.
Mobiliteit
- Het aanleggen van kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur speelt een cruciale rol in het faciliteren van fietsverkeer. Door comfortabele en vlotte fietsverbindingen daalt het aantal autoverplaatsingen. Dat zorgt niet alleen voor minder files en economische winst, het zorgt ook voor een gezondere levensstijl. We blijven daarom fors investeren in de aanleg van fietssnelwegen en bovenlokale fietsinfrastructuur.
- De N-VA beschouwt fietssnelwegen als een succesproduct. Ze vormen de ruggengraat van het bovenlokaal fietsroutenetwerk. Ze verbinden onze steden en gemeenten op een snelle, verkeersveilige en comfortabele manier.
- We ontzorgen daarom met het provinciebestuur de gemeentebesturen bij de aanleg van bovenlokale fietsinfrastructuur.
- We verwachten dat de Vlaamse Regering de inspanningen om de realisatie van bovenlokale functionele fietsroutes en fietssnelwegen te financieren (het Fietsfonds), opdrijft. We vragen dat Vlaanderen de inspanningen verhoogt om gelijke tred te houden met de investeringsgraad van de provincies.
- De Provinciale Fietsbarometer groepeert tellingen, ongevallencijfers, analyse van de data aangeleverd door de meetfiets en gebruikers. De veiligheid, het comfort en het gebruik van ca. 4000km fietsroutes komt op die manier in beeld. Deze data stellen de provincies in staat om een objectief en doordacht fietsbeleid te voeren. Het is onze ambitie deze ook ten volle open te stellen voor lokale besturen.
- N-VA behoudt het principe van een sterk financieringsmechanisme voor de fietspaden. Provincie West-Vlaanderen prefinanciert 100% van de kosten voor de aanleg van fietspaden op het BFF, waarvan ze de helft op zich neemt. De Vlaamse overheid subsidieert de overige 50%.
- Met de campagne 'De testkaravaan komt er aan!’ stimuleert de Provincie werknemers van West-Vlaamse bedrijven om de auto minder te gebruiken en duurzamer naar het werk te pendelen. N-VA behoudt dit systeem en breidt uit waar nodig.
- Er dient onderzocht te worden of er toepassingen van transport op water kunnen gebeuren. Dit kan in de vorm van waterbussen of – taxi’s zijn die de fileproblemen kunnen helpen oplossen.
- De provincie trekt mee het grensoverschrijdende mobiliteitsdebat.
- We bekijken de rol van de provincie in de vervoersregio’s en evalueren of wij hier een meerwaarde kunnen betekenen voor de lokale besturen.
- Er werd de voorbije legislatuur 143 kilometer aan fietspaden aangelegd in West-Vlaanderen. De N-VA wil die inspanningen tijdens de volgende bestuursperiode verhogen.
Omgeving en waterbeleid
- Iedereen die onderneemt en investeert in Vlaanderen verdient onze steun. In de provincies doen we dit via een efficiënt vergunningenbeleid. De N-VA zet daarom in op een snelle en kwalitatieve vergunningverlening. Dat doen we door een kwaliteitsvolle dossierbehandeling.
- Een omgevingsvergunning is niet enkel een belangrijk instrument om ons ruimtelijk beleid te voeren, maar ook economisch speelt dit een belangrijke rol. Bedrijven hebben nu eenmaal voor hun werking en investeringen een omgevingsvergunning nodig.
- Door te investeren in expertise staan we alvast garant voor een vlotte (binnen de termijnen) én onderbouwde beoordeling, binnen het kader en regels die ons door Vlaanderen en Europa worden gegeven. Waar nodig gaan we in dialoog met actoren om tot een zo breed mogelijk gedragen beslissing te komen.
- Wie de vergunning verleent, moet ook toezien op de naleving ervan. Dit is een principe van goed bestuur. Het opsporen van onvergunde activiteiten is dan ook een prioriteit want vergunnen en evalueren gaan hand in hand. Een sterk vergunningenbeleid is niets zonder de handhaving ervan.
- Voor ruimtelijke beleidsplannen zetten we sterk in op interbestuurlijke samenwerking, zowel met Vlaanderen als de gemeentebesturen. Daarbij hebben we uiteraard steeds aandacht voor de hogere beleidskaders en de specifieke gemeentelijke omgeving.
- De provincies zijn trekker van tal van gebiedsoverschrijdende en Provinciale Ruimtelijke Uitvoeringsplannen waarin we coördinerend en uitvoerend optreden. We adviseren vele gemeentelijke beleidsplannen en waken erover dat er een coherent ruimtelijk beleid gevoerd wordt.
- Wij zijn er ons van bewust dat Vlaanderen een beperkt beschikbare oppervlakte heeft om de diverse functies - wonen, werken, ondernemen, landbouw, natuur – hun ‘plek’ te geven.
- Het verzoenen van harde en zachte bestemmingen met de nodige aandacht voor leef- en omgevingskwaliteit, krijgt steeds onze aandacht. Tal van ecologische initiatieven werden door N-VA op de kaart gezet.
- De N-VA legt in alle uitwerkingen en adviezen sterk de nadruk op energietransitie en klimaatadaptatie, kortom de zaken die nu en voor onze volgende generaties van belang zijn. Wij werken toekomstgericht én flexibel, steeds met de vinger op de pols voor de wijzigende realiteit.
- Ruimte is een schaars goed. Er is een bijzondere nood aan ruimte voor economie, recreatie, water en natuur. De provincie moet daarin een voortrekker zijn en coördinator.
- In kader van de explosie van de bouwberoepen dient er een beter overlegmodel te komen met de gemeentes. Het vergunningenbeleid moet transparanter, zowel voor de burgers en bedrijven als voor de gemeenten. De provincie houdt bij beroepsprocedures maximaal rekening met de gemotiveerde visie van de gemeenten. Alle vormen van vriendjespolitiek, belangenvermenging e.d. worden weggewerkt.
- Bij wateroverlast zetten we nog meer in op de aanleg van overstromingsgebieden. N-VA steunt het ‘Plan Westhoek Water’ maar ook Frankrijk moet concrete projecten opzetten.
- De provincie investeert echter in maatregelen bij eigen bevoegdheden, niet voor andere overheden. We gaan actief in dialoog met Noord-Frankrijk (en Zeeland).
- De provincie zoekt actief naar terreinen voor hinderlijke sporten: motorcross, kleiduifschieten,… In West-Vlaanderen moet meer dan alleen wandelen en fietsen mogelijk zijn.
- De provincie moet in haar waterbeleid sterker inzetten op de kwaliteit van water en de waterlopen. Het provinciaal Waterkwaliteitsplan is een goede aanzet. Tegen 2030 moeten alle waterlopen in West-Vlaanderen voldoen aan de kwaliteitsnormen.
- De provincie moet constructief meewerken aan de hervorming van het ‘waterlandschap’, met focus op een efficiënter beheer van de waterlopen in de provincie.
- We zijn waakzaam voor ongebreidelde en ongewenste zonevreemde functies in de openruimte. Overal bijkomende horeca of bedrijven in de landbouwzone is nefast voor de landbouw, de openruimte én de mobiliteit.
- We maken studies en RUP’s waar die echt nodig zijn en zorgen ervoor dat deze binnen 1 legislatuur afgerond kunnen worden.
3. Meer beleving in West-Vlaanderen
Toerisme, Recreatie en Provinciedomeinen
- De diverse toeristische en recreatieve troeven in de verscheidene toeristische regio's van Vlaanderen moeten actief gepromoot en op een kwalitatieve wijze worden versterkt.
- We beperken provinciale initiatieven voor promotie echter tot de nationale grenzen en de onmiddellijk aangrenzende buurregio’s, aangezien buitenlandse promotie tenslotte onder de bevoegdheid van Vlaanderen valt.
- Wat betreft de uitbouw van toerisme, beschikken we al over een uitgebreid provinciaal aanbod van toeristische fiets- en wandelroutes. Deze routes moeten verder geoptimaliseerd worden en naadloos aansluiten op levendige dorpskernen en horecavoorzieningen.
- Recreatie en toerisme zijn bovendien nauw verweven met beleidsdomeinen zoals natuur- en bosbeheer, waterbeheer, fietsnetwerken en het behoud van ons onroerend erfgoed.
- De provinciale overheden hebben de verantwoordelijkheid voor het beheer van hun recreatiedomeinen. De N-VA stelt het belang van goed onderhouden en goed uitgeruste recreatiedomeinen die voor het publiek toegankelijk zijn voorop. Veel van deze provinciale domeinen zijn erg populair bij het publiek en trekken veel bezoekers aan. Ze vormen een essentieel kenmerk van de regio.
- Om deze domeinen levendig te houden, moet de provincie de nodige activiteiten organiseren en ondersteunen. Ze kan ook inzetten op de organisatie van evenementen door derde partijen. Sommige van die evenementen zijn echte visitekaartjes voor de provincie en Vlaanderen.
- Daarnaast waken we actief over de veiligheid van deze recreatiedomeinen door kordaat op te treden en amokmakers de toegang te ontzeggen. Dat doen we in het bijzonder in het provinciedomein De Gavers waar een openluchtvijver is. Het waarborgen van een veilige en plezierige omgeving voor alle bezoekers is van het grootste belang. De N-VA pleit hierbij voor het principe van het nationale toegangsverbod. Erkende amokmakers uit één recreatiedomein kunnen zich zo niet langer verleggen naar het volgende recreatiedomein om de sfeer te verpesten.
- De provinciale domeinen fungeren als visitekaartjes voor zowel de provincies als Vlaanderen als geheel.
- De provincie wil zijn inspanningen richten op het behoud, en de uitbreiding, van de provinciedomeinen. De focus blijft liggen op het beheren en ondersteunen van de huidige provinciedomeinen, waarbij we blijven investeren in milieuvriendelijke en duurzame ontwikkeling, veiligheid en promotie.
- We blijven investeren in onze provinciale domeinen en werken mee aan het uitbreiden van bos en natuur in West-Vlaanderen.
- Het ‘hinterland’ van de Vlaamse Kust moet beter aansluiting vinden met de Vlaamse Kust. We werken dus aan een betere link tussen kustgemeenten in hinterland qua toeristisch aanbod.
- N-VA pleit voor nieuwe toeristische impulsen. Naast Beaufort kunnen ook andere regio’s hun terugkerend toeristisch event hebben. Succesvolle toeristische initiatieven zoals Beaufort, lichtfestival Gent, … worden in de West-Vlaamse toeristische regio’s geïmplementeerd.
- We koesteren onze mooie Vlaamse Kust. We willen deze ook duurzaam houden. Waar het kan, spreiden we het toerisme zodat het niet te druk wordt. We zetten in op regeneratief toerisme. Dit is een vorm van toerisme dat de bestemming beter achterlaat dan voorheen.
Erfgoed
- De wortels van wie wij zijn en waar we vandaan komen blijven interesse opwekken. Dat werd recent nog mooi aangetoond met “Het verhaal van Vlaanderen” of het verkoopsucces van “De canon van Vlaanderen”.
- Het erfgoed om ons heen is wellicht de meest tastbare vorm van dat gedeelde verhaal: onze monumenten als kastelen, kerken, stadhuizen, molens, enzovoort. Ze lokken ook heel wat bezoekers die hun bijdrage leveren aan de lokale economie.
- Het provinciebestuur heeft een specifieke rol te vervullen bij het beheer, ondersteuning en promotie van dat erfgoed.
- Via Monumentenwacht kunnen eigenaars hun erfgoed laten controleren en zich laten bijstaan in de aanpak van problemen. We willen de werking van Monumentenwacht absoluut bestendigen en verder uitdragen. Zo helpen we ervoor te zorgen dat ook latere generaties van onze monumenten kunnen blijven genieten.
- Om te kunnen blijven leren over ons gedeelde verleden, is het van groot belang dat historische voorwerpen, skeletten, … op een correcte manier bewaard worden. De provinciale erfgoeddepots spelen hierin vandaag al een belangrijke rol. We waken erover dat zij ook in de toekomst die rol kunnen blijven spelen.
4. Ondernemen in West-Vlaanderen
- Sterke partnerschappen tussen lokale besturen zijn cruciaal om de specifieke uitdagingen van de verschillende sociaaleconomische regio’s aan te pakken. Als provinciebestuur moeten we dan ook een ondersteunende en vraaggestuurde rol opnemen in het versterken van dat bovenlokale economische weefsel en de bovenlokale samenwerking.
- We zijn ervan overtuigd dat bloeiende kernen de hoeksteen vormen van onze buurten en lokale gemeenschappen. De gemeentebesturen zijn het best geplaatst om deze te waarderen en waar nodig te versterken. Evenwel kan het provinciebestuur, wanneer de lokale besturen daarom verzoeken, een rol opnemen om het gemeentebestuur te ondersteunen in hun lokaal kernversterkend beleid. Zo kan de provincie in het kader van haar ruimtelijk economisch beleid lokaal onderzoek voeren en bijdragen aan het ontwikkelen van beleidskaders voor gemeenten die de problematiek rond detailhandel en baanwinkels willen aanpakken.
- Via de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen (POM’s) focust de provincie ten slotte op de ontwikkeling van bovenlokale bedrijventerreinen. Een bijzondere rol is daarbij weggelegd voor het verduurzamen en moderniseren ervan. Denk daarbij aan het voorzien van plaatselijke buffering en infiltratie van regenwater, lokale stroomopwekking uit zonne- of windenergie of het gebruik van duurzame materialen. Voor de N-VA gaan duurzaamheid, innovatie en economische ontwikkeling immers hand in hand.
- We evalueren de rol van de POM in de samenwerking met de Vlaamse overheid en met de werkgeversorganisaties. De POM wordt een betrouwbare partner die de totale output van de overheid, ten dienste van de West-Vlaamse economie, versterkt. We faciliteren spelers met bepaalde knowhow en treden niet steevast in hun plaats. We leggen niet langer alleen de focus op de prestaties van de eigen organisatie.
- Internationaal beleid en internationale vertegenwoordiging is in de regel dan weer géén verantwoordelijkheid voor de provinciebesturen. De provincies hebben een lange traditie van internationale relaties (o.a. met China) en hebben samenwerkingsovereenkomsten met diverse buitenlandse overheden en instellingen. Het is echter efficiënter om dat alles te concentreren op het Vlaams niveau. Zo verlopen de internationale economische relaties bijvoorbeeld best via het agentschap Flanders Investment and Trade (FIT). De aanwezigheid van gouverneurs en gedeputeerden op internationale missies vertroebelt daarenboven het duidelijke beeld van Vlaanderen in het buitenland. In zoverre dat nog gebeurt, organiseren de provincies wat ons betreft dan ook geen eigen handelsmissies meer en worden de bevoegdheden rond internationale samenwerking best integraal Vlaams uitgeoefend worden. Uitzondering daarop vormen het goed nabuurschap met de rechtstreekse buren: Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en Hauts de France.
- Er komt een grondige screening van de ondernemerscentra. Deze mogen onder geen beding concurrentievervalsing zijn voor de West-Vlaamse ondernemers.
- Er komt een evaluatie van de werking van de (vroegere) RESOCS en de rol van de provincie daarin.
- We creëren specifieke ruimte voor agro-industrie op goed gelegen locaties.
- We zetten in op activering, reconversie, verdichting en verduurzaming op de (provinciale) bedrijventerreinen en maken eindelijk werk van de ontwikkeling van de terreinen die al jaren op ontwikkeling liggen te wachten.