U bent hier
Extreme droogte in West-Vlaanderen: Wateropslag tijdens natte periodes van essentieel belang
West-Vlaanderen – Heel Vlaanderen wordt op dit moment getroffen door extreme droogte. Bij uitstek de West-Vlaamse provincie is bijzonder kwetsbaar voor droogte. “Volgens klimaatwetenschappers zal er minder regen vallen in de zomerperiode maar net meer in de winter. De enige oplossing is dan om meer plaats te maken voor water, zodat de buffer veel groter wordt, ook in onze provincie,” aldus provincieraadslid Wim Aernoudt.
Deze week nog nam de gouverneur maatregelen in verband met de droogte omwille van de te lage waterpeilen op vele waterlopen. Het overzicht ervan is in de pers verschenen. Het gaat over een beperkt gebied permanent verbod ter hoogte van Oostkamp. Daarnaast een groter gebied van Zedelgem tot Houthulst en verder door tot in Kuurne en Ieper. Deze gebieden kregen een tijdelijk verbod op onttrekken van water uit bepaalde stroomgebieden.
Naar aanleiding van deze communicatie over de nieuwe droogteperiode namen we een bijzonder interessant rapport van de Gouverneur ter hand. Dat is “evaluatie droogteperiode West-Vlaanderen 2020“. “Want we zijn op vlak van droogte en bijhorende maatregelen het laatste decennium niet aan ons proefstuk toe. Er wordt geschetst waarom West-Vlaanderen bij uitstek zo gevoelig is voor droogte”, aldus provincieraadslid Wim Aernoudt uit Gistel.
“West-Vlaanderen is nog meer dan andere provincies kwetsbaar op vlak van waterbeschikbaarheid. Eén derde van de provincie is poldergebied met een continue dreiging van verzilting. Er is een sterke afhankelijkheid van neerslag en water dat de provincie binnenstroomt. In tijden van droogte hebben we, zeker in het kleine IJzerbekken, al gemerkt dat de aanvoer dreigt stil te vallen. Als landbouwprovincie is West-Vlaanderen toonaangevend in de agrofoodsector, maar het maakt bedrijven ook steeds afhankelijker van oppervlaktewater. En dan is er nog het kusttoerisme met serieuze uitdagingen voor de drinkwaterbevoorrading.”
Provincieraadslid Wim Aernoudt: “Naar aanleiding van dit rapport is het duidelijk dat een scherpe opvolging in West-Vlaanderen zeer belangrijk is voor alle sectoren en ook voor de drinkwatervoorziening van de West-Vlamingen zelf. De Gouverneur bevestigde dat in z’n uitvoerig antwoord. Hij is overtuigd dat de drinkwaterbevoorrading op dit moment onder controle is.”
De gouverneur wees ook op vele inspanningen om het water optimaal te beheren. Ook de verzilting, door de nabijheid van de zee, is in deze een belangrijk element. Hij verwees ook naar de invloed van de klimaatverandering die naar zijn aanvoelen heel erg begint te spelen.
Raadslid Aernoudt wees er in z’n antwoord op dat volgens klimaatwetenschappers er minder regen zal vallen in de zomerperiode maar net meer in de winter. “De enige oplossing is dan om meer plaats te maken voor water zodat de buffer veel groter wordt. Het is een belangrijke discussie hoe je dat best realiseert op zo natuurlijk mogelijk wijze. Zowel buffering van meer oppervlaktewater als beter aanvullen van grondwater zijn elementen van een oplossing. De inspanningen die de provincie tot nu deed zijn een aanzet maar eerder een druppel op een hete plaat”, besluit raadslid Aernoudt.