Provincie fnuikt kleine windmolens

Op 27 mei 2016, over deze onderwerpen: Economie en ondernemen, Milieu en klimaat

West-Vlaanderen / Gistel / Diksmuide - Het uitvaardigen van dit beleidskader voor de kleine windmolens in West-Vlaanderen lijkt erop gericht de plaatsing van deze zo veel mogelijk te beperken. “De terughoudendheid van de gemeenten heeft de provincie er toe aangezet zeer grote beperkingen op te leggen”, aldus provincieraadsleden Wim Aernoudt (Gistel) en Luc Coupillie (Diksmuide).

De provincie reikt de gemeenten een beleidskader aan om de vergunningsaanvragen van kleine windmolens te beoordelen. Dit kader zal meteen dienstig zijn om bij de provincie de beroepen tegen beslissingen van de gemeenten te beoordelen.

Waarom provinciaal kader na Vlaamse omzendbrief?

De omzendbrief van de Vlaamse regering uit 2009 biedt een eenvoudig beoordelingskader dat door gemeenten verder kan aangevuld worden naar specifieke lokale omstandigheden. Zowel naar ruimtelijke integratie, geluid, slagschaduw en veiligheid wordt houvast geboden. “Het is dus zeer de vraag in welke mate een aanvullend provinciaal kader nodig is”, stelt raadslid Wim Aernoudt.

“Het provinciaal kader is voor de reeds geciteerde criteria in grote mate een doorslagje van de Vlaamse omzendbrief. Maar dit logische beleidskader uit 2009, waar wij achter staan, wordt verder aangevuld met heel wat extra West-Vlaamse hinderpalen voor het inplanten van kleine windmolens,” gaat raadslid Luc Coupillie verder.

Economische rendabiliteit moet gegarandeerd zijn

Bij het aanvragen van een bouwvergunning zal de provincie in de plaats van de landbouwer berekenen of hij wel voldoende zal verdienen aan z’n installatie. “De provincie heeft blijkbaar weinig vertrouwen in de ondernemerscapaciteiten van de West-Vlaamse landbouwer”, betreurt raadslid Luc Coupillie.

Raadslid Wim Aernoudt: “Iedereen die om meer dan puur economische redenen de plaatsing van een kleine windmolen wil overwegen is eraan voor de moeite. De thuisverkoop van landbouwproducten kan die ondernemer aanzetten om te werken aan het groene imago van z’n bedrijf via een dergelijke installatie, om maar een voorbeeld te noemen.”

Om z’n economische rendabiliteit te bewijzen moet de aanvrager als laatste verplichte stap in de beoordeling van de vergunningsaanvraag, een windmeting op de plaats van de aanvraag organiseren. Op basis van deze windmeting zal de provincie berekenen of het project voldoende rendabel is. Wim Aernoudt vraagt zich luidop af: “Het is maar zeer de vraag hoe die moet georganiseerd worden, gezien de wind niet elke dag waait en zeker niet elke dag even hard.”

Wettigheid zeer twijfelachtig

Dit beleidskader voegt elementen toe aan de beoordeling van een bouwvergunning zoals een windstudie en een rendabiliteitsstudie. De dossiersamenstelling van een bouwvergunningsaanvraag wordt vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering.  Dit mag niet aangepast worden door een provinciebestuur.

Beide raadsleden besluiten: “Hoewel in alle wetenschappelijke studies beweerd wordt dat de visuele impact van kleine windmolens zeer klein is, zijn veel West-Vlaamse burgemeesters erg terughoudend. Ze worden nu door de provincie op hun wenken bediend. Het provinciebestuur is qua tegenwerken van windenergie niet aan z’n proefstuk. Het beperkte ooit de plaatsing van grote windmolens tot maar 13 zoekzones. Er zijn sindsdien nauwelijks nog nieuwe grote windmolens geplaatst in West-Vlaanderen. Erg jammer omdat West-Vlaanderen net de windrijkste provincie van Vlaanderen is.”

Kleine windturbine

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is