U bent hier
Stikstofproblematiek in de landbouw: West-Vlaamse deputatie wast z’n handen in onschuld
Landbouwer dreigt opnieuw de dupe te worden
West-Vlaanderen – In de provincieraad van maart liet gedeputeerde Naeyaert op vraag van provincieraadslid Wim Aernoudt er geen twijfel over bestaan: “Er is een vrij groot oorzakelijk verband tussen een landbouwbedrijf en de stikstofdepositie in de natuurgebieden in de nabijheid.”
Wim Aernoudt: “Over de gevolgen van deze vaststelling voor de sterk geïndustrialiseerde veeteelt in West-Vlaanderen en zijn verantwoordelijkheid hierin, bleef gedeputeerde Bart Naeyaert die al sinds 2006 gedeputeerde van landbouw is, eerder op de vlakte.”
Volgens Europa stoten we met z’n allen te veel stikstof uit in de lucht. Dit doen we in de vorm van stikstofoxiden (NOX) en ammoniak (NH3) die na verloop van tijd neerslaan. De uitstoot van NOX is vooral afkomstig van verbranding (verkeer, industrie, ..) en heeft de eigenschap op grotere afstand neer te dalen. De uitstoot van NH3 is vooral afkomstig van veeteelt en heeft de neiging op relatief korte afstand neer te slaan.
Om deze stikstofuitstoot aan banden te leggen werkt Vlaanderen al langer aan een terugdringen van de uitstoot. De programmatorische aanpak stikstof (PAS) moest daarvoor zorgen om op die manier te beletten dat de economische ontwikkeling zou stilvallen. Een onderdeel daarvan was de zogenaamde 5%-norm. Als werd aangetoond dat een bedrijf minder dan 5% van de KDB-waarde (kritische depositiewaarde) zal bijdragen aan de bemesting van een natuurgebied kan het zonder meer vergund worden. Deze regel is nu door de Raad Voor Vergunningsbetwistingen (RVV) naar de prullenbak verwezen.
Dit omdat in deze bepaling volledig werd voorbijgegaan aan hoeveel bemesting dit natuurgebied al kreeg. Dat dit gebied bijvoorbeeld al meer dan dubbel zo veel stikstof te verwerken krijgt dan z’n KDB-waarde was in deze van geen tel. Dit is nu als onzorgvuldig bestempeld door de Raad Voor Vergunningsbetwistingen.
Deze uitspraak heeft voor gevolg dat de Vlaamse Regering direct deze 5%-regeling heeft ingetrokken en nu in allerijl werk maakt van een nieuw wettelijk kader. De gedeputeerde raadde dossierindieners aan om te wachten met indienen van nieuwe dossiers en vroeg op die manier aan de sector om zichzelf een vergunningenstop op te leggen.
De impact hiervan dreigt groter te zijn in West-Vlaanderen dan op andere plaatsen in Vlaanderen. Hier is veel meer dan elders de veeteelt geïndustrialiseerd.
De gedeputeerde wond er geen doekjes om: ”De toekomst zal er anders uitzien. Er zal zeker een impact op de veehouderij in West-Vlaanderen zijn.” Raadslid Wim Aernoudt: “De concentratie van bedrijven zal op een aantal plaatsen een normale bedrijfsvoering zeer moeilijk maken. Bijkomende inspanningen op die bedrijven om de ammoniakuitstoot te verminderen kosten handenvol geld. Het is nu opnieuw de individuele landbouwer, die al grote leningen afsloot, die de dupe dreigt te worden.“
Via de Europese regelgeving eist de natuur ook in West-Vlaanderen een betere plaats op. Toch is dat in West-Vlaanderen met maar 5 % oppervlak in Natura 2000-gebieden beperkt en lager dan in andere provincies. Het is dus des te dramatischer dat zelfs dit beperkte areaal op vele plaatsen toch nog overbemest wordt. Een doordacht vergunningenbeleid had veel kunnen voorkomen.
Uiteraard zijn er winnaars in dit industrieel veeteeltmodel. De stallenbouwers, machineleveranciers, slachthuizen, vleesverwerkers, veevoederbedrijven, .., hebben goed geboerd. Voor de West-Vlaamse landbouwers, die intussen in vele gevallen noodgedwongen overschakelende op contractteelt, blijven in dit model alleen kruimels over. Minister van Landbouw Crevits schetste het als volgt in het Vlaams Parlement: “Dit mag niemand in de armoede storten“.
Raadslid Wim Aernoudt besluit: “Spijtig dat de deputatie z’n eigen verantwoordelijkheid in dit ondoordacht vergunningenbeleid uit de weg gaat. Het was voor de deputatie nochtans geen punt om jarenlang de vergunning van kleine windturbines op landbouwbedrijven tegen te gaan met een eigen beleidskader. Maar de industriële veeteelt kreeg intussen vrij spel op de verkeerde plaatsen. Hiervan dreigt nu de individuele landbouwer het kind van de rekening te worden.“