U bent hier
West-Vlamergem, krijgen we de West-Vlaming wakker?
“Ruimte delen in West-Vlaanderen. Hoe zie jij het? Zie jij het zitten?“ Onder deze titel start de provincie West-Vlaanderen met een participatietraject over de conceptnota Beleidsplan Ruimte West-Vlaanderen. Het Beleidsplan Ruimte moet het Ruimtelijk Structuurplan vervangen. Het opzet is om op een moderne manier invulling te geven aan de ruimte in onze provincie. Wie mag, wat, waar gaan doen? De titel geeft al aan waar heen we gestuurd worden: de ruimte meer delen met elkaar dan we nu gewoon zijn.
De opgestarte participatie port ook alle West-Vlamingen aan om z’n mening te geven, onder andere via een laagdrempelige digitale benadering “Welkom in West-Vlamergem“ en ook een aantal publieksmomenten. De ervaring in andere provincies leert nochtans dat het grote publiek moeilijk te enthousiasmeren is. Een Beleidsplan Ruimte is een vrij abstract iets, zeker voor niet-ingewijden. Uiteraard zetten we steeds meer en gerichter in op participatie, heel terecht. Maar het feit dat de provincie nog eens zichtbaar wordt 2 jaar voor de verkiezingen, zal voor sommigen ook wel mooi meegenomen zijn.
Inderdaad, er is al heel wat ervaring in andere provincies, omdat men daar al veel verder staat. In alle andere Vlaamse provincies passeerde deze conceptnota al in 2019. Daar is men intussen al veel verder, tot in de fase van het ontwerp beleidsplan toe. Het startte in West-Vlaanderen ooit met het project de plaatsbepalers. Nog onder gedeputeerde Franky De Block werd dit in 2018 gezwind afgewerkt. Pas in 2022, na vier jaar stilstand, pikt de nieuwe gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu eindelijk de draad weer op. Dit traject startte in alle provincies samen onder het motto: “Met de provincies als streekmotor gaan de zaken vooruit in Vlaanderen!” Dat klinkt in West-Vlaanderen intussen heel ironisch.
De provincie geeft met deze conceptnota een schot voor de boeg, de conceptnota geeft kernachtig de ambitie van de deputatie weer. Na zo’n lange aanloop zou je kunnen verwachten dat deze conceptnota een pareltje is geworden. Niet is minder waar. Het is een ontgoochelend, onsamenhangend en onevenwichtig document geworden. Inhoudelijk biedt het te weinig concreet over hoe we de omslag in ruimtelijk beleid gaan doen.
De nota is opgebouwd rond 4 ruimtelijke principes en 12 strategieën. Vooral in de strategieën komt het onevenwicht van deze nota pijnlijk bloot te liggen. De strategieën zijn uitgewerkt over anderhalve bladzijde zoals de strategie over “dorpen en steden” of deze over “water”. Andere strategieën beslaan nauwelijks een paar regels, bijvoorbeeld deze over “biodiversiteit” of “ruimte delen”. Alsof deze laatsten er ten elfden ure, snel, snel, zijn bijgesleurd, jawel ook deze over ruimte delen. Net deze die manifest in de titel staat.
Het onevenwicht uit zich ook in het verschil van niveau waarop thema’s zijn uitgewerkt. Als dit een maatstaf is voor de ambities van deze deputatie kunnen we concluderen dat er grote ambities zijn rond het garanderen van een toekomst voor de versnipperde activiteiten in de open ruimte. tegelijk nauwelijks ambitie rond het verbinden van de zeer versnipperde natuur en de ontwikkeling van bijkomende natuur. De Vlaamse Regering zal in deze deputatie blijkbaar geen partner vinden in z’n zoektocht naar bijkomende bebossing.
Zeer bijzonder is ook dat deputatie in deze ook z’n bevoegdheden rond Ruimtelijke Ordening blijkbaar wil overlaten aan de gemeentebesturen. Want in verband met het principe van het netwerk van kernen wordt de bestaande kernenselectie en de benaming van de kleinstedelijk gebieden opgegeven. Men wil vertrekken vanuit de situatie zoals die vandaag in de feiten is. Dus de deputatie stuurt niet meer maar volgt de wensen en ambities van zich profilerende burgemeesters en gemeentebesturen. Eenzelfde verhaal zien we vandaag al bij het proces voor het aanduiden van bijkomende bedrijventerreinen. Er wordt niet vertrokken vanuit een provinciale visie, wel vanuit een lijst die een optelsom is van alle wensen van de gemeentebesturen. Groen en N-VA zijn geen fans van de provincie als bestuursniveau, maar als bevoegdheden verder afgebouwd worden, is Ruimtelijke Ordening niet de meest logische om mee te beginnen.
Een ander opmerkelijk voorbeeld is de passage in verband met de woekerende handelslinten en dat net onder het thema ‘het optimaliseren van het rendement’. Dat neigt gemakkelijk naar de doelstelling om die handelslinten – die in tegenspraak zijn met de elders vermelde wens om de handel in de kernen levendig te houden – nog verder te gaan verdichten. Het nog vergroten van die concurrentie zou de doodsteek zijn van de laatste moedige winkeliers in de handelscentra.
Deze conceptnota zou een aanzet moeten zijn voor een nieuw strategisch kader geschikt om duurzame ruimtelijke beslissingen te nemen. We moeten daarbij doordachte strategische keuzes maken, vertrekkend van slim en meervoudig ruimtegebruik. Deze nota ademt echter te veel een streven naar een status quo uit in het ruimtelijk beleid, nergens is het grensverleggend, veel onderdelen blijven erg vaag, andere zijn nu al scherp gesteld. Voor ons moet de ambitie er zijn om de actieve en ondernemende West-Vlaming te faciliteren, maar ook een gezondere en aangenamere leefomgeving te bieden. De West-Vlaming die in dit traject participeert kan dit alles maar beter in het achterhoofd houden.
O ja, het voorontwerp van de PROCORO (Provinciale Commissie Ruimtelijke Ordening ) kan voor de West-Vlaming heel verhelderend zijn. Deze conceptnota is de door de deputatie niet altijd even verstandig bijgekleurde versie van dit voorontwerp.
Wim Aernoudt Maarten Tavernier
Provincieraadslid West-Vlaanderen Provincieraadslid West-Vlaanderen