U bent hier
“Kasteel ’t Hooghe wordt voor een habbekrats verhuurd”
West-Vlaanderen / Kortrijk – Tijdens de zitting van 24 mei werd het verhuren van het gerenoveerde kasteel ’t Hooghe in Kortrijk door de provincieraad besproken. Provincieraadsleden Wouter Vanlouwe en Kurt Himpe (N-VA) plaatsen grote vraagtekens bij de beslissing van de deputatie.
“Het provinciebestuur kocht het kasteel ruim tien jaar geleden aan en de renovatie loopt op zijn einde. De kosten voor aankoop, renovatie en onderhoud bedragen ongeveer vier miljoen euro. Nu de renovatie bijna klaar is, opteert de provincie ervoor om het kasteel via een erfpacht te verhuren aan hogeschool Vives voor slechts 36.000 euro per jaar”, zegt provincieraadslid Wouter Vanlouwe. “Tegelijkertijd verhuurt Vives via de bvba Tosh waarvan de hogeschool meerderheidsaandeelhouder is een casco kantoorruimte van 595 vierkante meter. Hiervoor betaalt de provincie niet minder dan 70.000 euro en bovenop dit jaarlijkse bedrag engageert de provincie zich bijkomend om de inrichtingskost van 500.000 euro op zich te nemen.”
“Dit is onbehoorlijk bestuur en slecht beheer van belastinggeld”, aldus Wouter Vanlouwe. “Enerzijds verhuurt de provincie aan Vives voor een lage prijs en tegelijkertijd huurt de provincie van Vives voor een zeer hoge prijs en betaalt ook nog voor de volledige inrichting.”
Kasteel ’t Hooghe en kasteel Wolvenhof in hetzelfde schuitje: geen streekhuis
“Tot een jaar geleden verklaarde gedeputeerde Jean de Bethune (CD&V) nog dat er veel kans was dat het streekhuis Zuid-West-Vlaanderen opnieuw onderdak zou krijgen in het kasteel ’t Hooghe. Toch wist men al heel duidelijk dat de ruimtecapaciteit in het kasteel onvoldoende was voor alle personeelsleden. Er werd dus een rad voor de ogen gedraaid”, verduidelijkt provincieraadslid Kurt Himpe.
“Zowel voor het kasteel ’t Hooghe in Kortrijk als voor het kasteel Wolvenhof in Izegem is het eindresultaat hetzelfde: er komt geen streekhuis. Beide kastelen werden in erfpacht genomen of gekocht om er een streekhuis onder te brengen. Uiteindelijk komt er niets van in huis en zijn het luchtkastelen geworden.”