Eindrepliek aanpassing meerjarenplan 2023

Op 30 november 2023, over deze onderwerpen: Communicatie, Efficiënte overheid, Financiën en begroting

Lees hier integraal de slotbeschouwing van fractievoorzitter Kristof Pillaert uit Hooglede in verband met de budgetbesprekingen 2023 de voorbije maand:

De laatste echte begrotingsbesprekingen van deze legislatuur zijn nagenoeg achter de rug. Na mij nog één fractievoorzitter en de 1ste gedeputeerde nog eens aanhoren en we kunnen de eindspurt naar de verkiezingen van oktober 2024 inzetten.

Soms was het ook te horen in de vragen en antwoorden dat we aan de laatste aanpassing van het meerjarenplan bezig waren. En dat die zeer uitéénlopend waren, is nog een understatement. Zo hebben we het uitgebreid gehad over visfilleerders, dienst Integraal Waterbeleid werd plots de ideale wereld, uitgesteld kijken, CIM-cijfers, nekschoten, konijn op een bedje van mos, we moesten de zaken bekijken uit de ogen van een konijn,… en vooral over toiletten. In dat kader hadden we het over sanitaire blokken, WC-inkomsten, WC-personen en zelfs over de correlatie tussen leeftijd en de frequentie van een WC-bezoek. Allemaal heel verrijkend.

De 1ste gedeputeerde gaf in zijn openingstoespraak aan dat hij even gaan zien was wat hij had gezegd bij het begin van deze legislatuur.  Het is inderdaad nooit een slecht om eens achterom te kijken en bijgevolg heb ik ook mijn eindrepliek van 2019 eens ter hand genomen. Het jaar dat het meerjarenplan werd voorgesteld.

Een glazen bol heb ik niet, helderziende vrienden evenmin, maar de analyse die wij toen hadden bleek toch wel wat waarheid in te houden. Toen al zeiden we dat het onderhoud van de waterlopen zeer ter harte werd genomen, maar dat we absoluut moeten oppassen dat we die droge voeten kunnen blijven behouden. Niemand kon natuurlijk de zware neerslag voorspellen van de afgelopen maand. Alhoewel dat het nu wel duidelijk wordt dat we dergelijke zaken meer en meer gaan moeten incalculeren.

En zo kregen we het Westwaterplan. Bij wijze van een amendement heeft de provincie 5 miljoen euro gereserveerd om wateroverlast tegen te gaan in de Westhoek. Op zich natuurlijk zeer lovenswaardig. Maar onze fractie heeft toch een beetje moeite met de manier waarop deze subsidie tot stand is gekomen. Want op de vragen hoe dit juist zal besteed worden, hoe men aan dit bedrag komt, wie de uiteindelijke beslissingen zal nemen, …. kregen we geen antwoord. Wanneer er een crisis zich voordoet, laten we ons best niet leiden door emoties maar door feiten. Toen het coronavirus de kop op stak hebben we dit massaal gedaan. We luisteren naar de virologen en professors. Maar blijkbaar is iedereen in de Westhoek nu plots waterspecialist ter zake. Het hoeft geen betoog dat dit niet de juiste manier van werken is. Maar begrijp ons niet verkeerd, mits een concrete planning en dito invulling, mag van ons die subsidie verdubbeld worden. Dan moeten we het wel hebben over concrete maatregelen die (om in de juiste termen te blijven) zoden aan de dijk brengen. Verkondigen dat er 5 miljoen euro ter beschikking is zonder voorwaarden, is de deur wagenwijd open zetten om niet efficiënt te werk te gaan. We vragen dus om zo snel als mogelijk een onderbouwde invulling te geven aan die subsidie en zoals gezegd, als jullie daar in slagen, mag die subsidie gerust opgetrokken worden.

Trouwens een eerste actie dient zich al aan. Er zal dringend aan tafel moeten gegaan worden met Vlaanderen, want door de overstromingen zijn veel dijken en oevers verzwakt. Dit was al geleden van 1993, maar in de huidige klimaatomstandigheden houden we er best rekening mee dat dit zich jammer genoeg opnieuw kan voordoen. In deze provinciale meerderheid zitten mensen die de bevoegde minister kunnen aanspreken. Zij moet hiervoor zeer dringend middelen vrijmaken.

In 2019 prezen we ook het beleid van de provincie wat betreft de fietspaden. Dit is onveranderd gebleven. Voor de eerste keer sinds de start van het fietsfonds heeft West-Vlaanderen in 2022 de volle buit binnengehaald van de subsidie aangeboden door de Vlaamse overheid. De andere provincies hebben in het verleden al veel meer van dat potje binnengehaald. En jawel, wat we al die jaren hebben laten liggen aan fietsfondssubsidies zijn we uiteraard voorgoed kwijt. Maar daar kan de huidige gedeputeerde van mobiliteit uiteraard niets aan doen.

Maar niet alle investeringen zijn even duurzaam en daarmee bedoelen we soms van korte duur. Afhankelijk van de visie van een gedeputeerde kan een investering gerealiseerd door de ene deputatie om dan weer gesloopt worden door de daaropvolgende deputatie. Zo worden kruispunten van Groene Assen eerder ingericht met gewone betonblokjes nu uitgebroken en vervangen door een ander soort betonblokjes. Omwille van de uniformiteit. Het oude betonnen uniform was blijkbaar uit de mode. Maar die uniformwissel van minder dan 15 jaar oud kost de provinciekas honderdduizenden euro’s. Nieuwe heren, nieuwe wetten!

In die zin kunnen we nog een triest toemaatje toevoegen aan de rij van nutteloze investeringen: in 2017 werd een parking aangelegd langs de Frontzate in het gehucht Booitsoeke Statie. Onze fractie had in die tijd al haar bedenkingen, want toen al was dit duidelijk overbodig. Anno 2023 werd deze met betonblokjes fraai ingerichte parking terug opgebroken. En jawel, de West-Vlaamse belastingbetaler stond erbij en keek ernaar. En neen gedeputeerde, dit zijn geen oude koeien uit de gracht halen. Wanneer we spreken over een meerjarenplan waarvan dat de meerderheid al bijna 12 jaar uit dezelfde drie partijen bestaat, kan, mag en moet dit nu gezegd worden.

In 2019 hadden wij in de eindrepliek ook onze bedenkingen bij enkele aspecten van de provinciale communicatie. Vooreerst hebben wij toen ook al gezegd dat het magazine Preus geen goed idee is. Wij dachten toen en ook nu dat dit magazine niet gelezen wordt. En onrechtstreeks kregen we daar eigenlijk de bevestiging van. Onze fractie opperde dat dit magazine nu ook verpakt zit in een plastic folie. Toch geen optie die de provincie West-Vlaanderen neemt gezien men toch in al de beslissingen de SDG hoog in het vaandel draagt. Helaas kon de gedeputeerde geen antwoord geven want het was de eerste keer dat hij hier van hoorde. Dit betekent dat er nog geen enkele werknemer van de provincie of een provincieraadslid dit al eens gemeld heeft. Ja, dan kunnen wij niet anders dan tot de conclusie komen dat het niet gelezen wordt.

Het is een kleine stap van het ongelezen magazine Preus naar de niet-bekeken door de provincie betaalde uitzendingen op de regionale zender. In 2019 hebben wij dit al aangekaart en er verandert vandaag niets aan die houding. Toen er werd gevraagd naar de kijkcijfers werd er vrij snel geantwoord dat men dit niet juist kan weten. Eén van de argumenten was dat er nu ook zoiets bestaat als uitgesteld kijken. Ik wil hier de 1ste gedeputeerde niet ontgoochelen of godbetert krenken in zijn eer, maar ik kan echt niet geloven dat er één West-Vlaming zich eens knus in de zetel gaat vleien en gaat zeggen: ik ga nu eens uitgesteld kijken naar het programma ‘Het provinciedomein’, meer bepaald naar de aflevering van 1 juni over ‘Ondersteuning kleine gemeenten’. Neen, ik denk het niet. En zo blijven hier maar budgetten passeren waar geen deftige evaluatie voor is gebeurd.

Vijf jaar terug vroeg ik ook om de verwijzingen naar de Vlaamse overheid achterwege te laten. We zitten hier tenslotte in de West-Vlaamse provincieraad. En ik moet toegeven dat dit vrij goed opgevolgd is. In deze budgetdebatten is er maar twee keer een verwijzing gekomen. Zo zei de eerste gedeputeerde dat beperking naar de grondgebonden materies de dynamiek van het provinciebestuur niet beperkt. Wij kunnen dit enkel maar beamen. Hebben wij niet altijd gezegd dat de provincie moest stoppen met het beschuldigende vingertje uit te steken naar Vlaanderen maar naar haar eigen daden moest kijken?

De andere quote rond Vlaanderen was wat negatiever. Gedeputeerde de Bethune poneerde dat Vlaanderen onze provincie in de steek heeft gelaten op het vlak van onderwijs. Zijn visie over Vlaanderen is binnen deze provincieraad ook genoegzaam bekend. Daarom is het des te belangrijker om dan recht in je schoenen te staan wanneer hier deel uitmaakt van de deputatie.

Zo had hij het enkele jaren terug over een investeringslegislatuur. Er zou 300 miljoen euro geïnvesteerd worden in deze zes jaar. Dit was ongezien…  en het blijft ongezien. In de feiten zitten we aan een investering van 30 à 35 miljoen per jaar. Dit brengt ons vandaag, met een beetje goede wil, op 170 miljoen euro. We hebben dus nog één jaar te gaan om 130 miljoen euro te investeren. Deze evaluatie zal mogen gemaakt worden door mijn opvolger maar ik denk dat ik de tussenkomst over dit onderwerp al kan raden.

Dezelfde gedeputeerde vertelt ons ook dat de verdeling van de budgetten 1/3, 1/3, 1/3 is. Waarmee hij bedoelt dat naast de subsidies, investeringen en exploitatie er 1/3 gaat naar personeelskosten. Dit is dus natuurlijk ook niet correct. Want het provinciebestuur deelt elk jaar royale dotaties uit aan de POM, Inagro en Westtoer en juist ja, daar zijn de personeelskosten ook het overgrote deel van de budgetten. Die vergelijking van telkens 1/3 is dus zeker niet correct.

Waar er zeker wel in werd geïnvesteerd, is het PTI. Daar werd 6,5 miljoen euro in gestoken. En de investeringen drongen zich ook op. De school was gedateerd en moest vernieuwd worden. Als N-VA fractie hebben we die investeringen ook ondersteund. Echter de laatste investering was er toch een beetje te veel aan. Voor het bouwen van een serre heeft men 2 miljoen euro veil. En ook hier is er geen strak plan en gaat men de ontwerpers een blanco cheque geven. Als argument voor de bouw van deze serre gaf de gedeputeerde onder meer de uitleg dat het kweken van exotische vogels sommige ongeïnteresseerde leerlingen terug op het juiste pad krijgen. Ik denk dat er met 2 miljoen veel meer kan gedaan worden voor dergelijke leerlingen. Voor deze investeringen hebben wij toch maar gepast.

En om nog eens te duiden dat er soms wel eens met de spreekwoordelijke klak wordt gesmeten als het gaat over een echte meerjarenplanning misschien twee voorbeelden. In één van de antwoorden zei gedeputeerde Vanlerberghe over de aankoop van provinciedomeinen letterlijk: ‘We slaan er een slag in’. We zien wel welke opportuniteit dat er zich voordoet. Dit betekent dus duidelijk dat men vooraf niet afspreekt welk budget er kan besteed worden aan de uitbreiding van de provinciedomeinen, hoe ver men kan gaan in de onderhandelingen, welke centen men wil op tafel leggen.

Een tweede voorbeeld zag ik in de actie “Ondersteunen van de lokale verkiezingen”. De vorige jaren werd er op die post nagenoeg geen budget voorzien. In 2024 zien we plots 7 miljoen euro verschijnen. Uiteraard is dit om de verkiezingen te organiseren maar wist de deputatie bij het opstellen van het meerjarenplan in 2019 misschien niet dat er volgend jaar verkiezingen zijn. Of misschien dacht men wel dat er helemaal geen provincieraadverkiezingen zouden doorgaan. Hoe dan ook een duidelijk voorbeeld over hoe men soms lichtzinnig omspringt van toch wel grote bedragen.

Nog een laatste maal keer ik terug naar mijn repliek van 2019. Toen had ik het over het immokantoor de Bethune. In 2019 lichtte hij zijn visie op woonbeleid toe. Dat ging vooral over uiteraard wonen en huren. Voor dat laatste heeft hij de huursubsidies in het leven geroepen. Daarmee wil hij (dixit zijn tussenkomsten in 2019) de braindrain tegen gaan van studenten die niet terugkeren naar de heimat, maar wel blijven hangen in de studentensteden. Veel resultaat is er niet en dan druk ik mij nog zacht uit. Zijn geniale plan is in de anonimiteit verdwenen.

Rond wonen had hij ook plannen om panden op te kopen en daar winkels in te steken. Gelukkig is daar ook niets van terecht gekomen. Wel heeft hij enkele gebouwen opgekocht zodat deze een nieuwe woonvorm kunnen herbergen. Als N-VA-fractie noemen wij dit niet meer of niet minder een subsidiecadeau aan enkele gemeenten die een gebouw hadden en waar ze geen weg mee konden. Tot daar de woonvisie.

Collega’s, de 1ste gedeputeerde heeft mij geïnspireerd om eens vijf jaar terug te gaan in de geschiedenis. Bijna ging ik zeggen dat ik een throwback had gedaan, maar ik heb begrepen uit de besprekingen en van mijn fractiegenoot dat we de Engelse termen beter achterwege laten. Hoe dan ook was de tussenkomst in 2019 blijkbaar zeer actueel. Veel hebben we niet zien veranderen.

Het hoeft jullie dan ook niet te verwonderen dat we deze meerjarenaanpassing andermaal niet zullen goedkeuren.

Ik dank jullie voor de aandacht!

Kristof Pillaert

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is