Provincie dreigt inkomsten uit tweede verblijven te verliezen

West-Vlaanderen - Steeds meer tweedeverblijvers vechten de provinciale tweede verblijfsbelasting aan voor de rechtbank. Er wordt gesteld dat West-Vlamingen via de forfaitaire gezinsbelasting veel minder betalen dan een tweedeverblijver. Recent volgde het Hof van Beroep in Gent nog deze redenering. “De provincie dreigt daarmee een inkomst van 12 miljoen euro per jaar te verliezen,” aldus provincieraadslid Wim Aernoudt.

Het probleem is een gevolg van procedures in kustgemeenten waar veel hogere tweede verblijfsbelasting wordt geïnd. In gemeenten waar men geen opcentiemen op de personenbelasting int, wordt hun tweede verblijfsbelasting als discriminerend gezien. Een aantal vaste inwoners betaalt er geen gemeentebelasting maar tweedeverblijvers moeten dat wel, is de redenering.

Bij de provincie is die tweede verblijfsbelasting veel lager en worden ook geen opcentiemen op personenbelasting geïnd. Maar de provincie int wel een forfaitaire gezinsbelasting. Deze is echter veel lager dan de tweede verblijfsbelasting van 124 euro. De forfaitaire gezinsbelasting bedraagt 41 euro en 22 euro voor alleenstaanden. Ook dit verschil wordt in een recente uitspraak van het Hof van Beroep in Gent als discriminerend bestempeld.

“De N-VA vraagt om dit risico op verlies van forse inkomsten ernstig te nemen en een grondige juridische analyse te maken. Het is voor ons goed dat de provincie deze belasting int omdat het ook heel veel inspanningen doet voor toerisme via de werking van Westtoer. Het antwoord van de gedeputeerde overtuigde niet op de provincieraad. We volgen het dossier verder op”, aldus provincieraadslid Wim Aernoudt.