Provinciale belasting op tweede verblijven op drijfzand gebouwd

Op 13 september 2023, over deze onderwerpen: Financiën en begroting

West-Vlaanderen - Tijdens de provincieraad van juni heeft raadslid Wim Aernoudt reeds het provinciebestuur en de bevoegde gedeputeerde gewezen op het risico dat de provincie loopt in verband met de provinciale belasting op tweede verblijven. Dit naar analogie met de situatie van de belasting op tweede verblijven van sommige kustgemeenten.

Raadslid Wim Aernoudt: “Kustgemeenten die geen opcentiemen op personenbelasting maar wel een belasting op tweede verblijven innen zijn kwetsbaar omwille van het gelijkheidsbeginsel. Bepaalde inwoners betalen in dat geval geen gemeentebelasting, terwijl dat van tweedeverblijvers wel wordt verwacht. Op basis hiervan trekken steeds meer tweedeverblijvers naar de rechtbank om die belasting op tweede verblijven aan te vallen. Het viel mij op dat de situatie bij de provincie net dezelfde is: geen opcentiemen op personenbelasting maar wel een belasting op tweede verblijven.“

De gedeputeerde antwoordde toen dat je niet één op één de situatie kan vergelijken. Bij de provincie betalen de West-Vlamingen geen opcentiemen op de personenbelasting, omdat het provinciebestuur die belastingen wettelijk niet mag innen, maar ze betalen wel een provinciale forfaitaire gezinsbelasting. Bovendien is de provinciale belasting op tweede verblijven veel lager dan die van sommige gemeenten. De situatie is dus niet gelijk. De discriminatie die ingeroepen wordt bij de Vlaamse Kustgemeenten is er niet bij de provincie.

Wim Aernoudt: “In mijn wederwoord heb ik de gedeputeerde erop gewezen dat die forfaitaire gezinsbelasting (die veel lager is dan de provinciale belasting op tweede verblijven) naar mijn inschatting een zeer twijfelachtige basis is om zomaar te veronderstellen dat het provinciebestuur buitenschot zal blijven. De gedeputeerde bleef bij z’n stelling. Nu treedt de rechtbank onze twijfel bij. Als de forfaitaire gezinsbelasting veel lager is dan de tweede verblijfstaks is er wel degelijk discriminatie.  De provinciale belasting op tweede verblijven is 124 euro, terwijl de gezinsbelasting maximaal maar 41 euro is."

“De provincie int jaarlijks zo’n 12,4 miljoen euro aan tweede verblijfsbelasting. Dit is een belangrijke bron van inkomsten die in grote mate niet bij West-Vlamingen wordt geïnd. Net daarom is het hoogdringend tijd dat de deputatie deze dreiging ernstig neemt en deze belasting juridisch sterker gaat onderbouwen”, besluit raadslid Wim Aernoudt.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is