Provinciale richtlijn over uniforme bibliotheektarieven dreigt te mislukken

Op 23 mei 2013, over deze onderwerpen: Cultuur

Tijdens de zitting van 23 mei stelde provincieraadslid Kurt Himpe (N-VA) aan gedeputeerde Myriam Vanlerberghe vragen over de toepassing van de provinciale richtlijn over bibliotheektarieven.

Op 11 april 2013 keurde de deputatie van de provincie West-Vlaanderen de provinciale richtlijn over tarieven en termijnen goed. Daarmee wordt verder vorm gegeven aan een structurele bibliotheeksamenwerking, onder andere ook door het Provinciaal Bibliotheeksysteem (PBS).

Op dit ogenblik beslissen de lokale besturen met een dienstreglement autonoom over het leengeld, boetetarieven, interbibliothecair leenverkeer, reservatiemogelijkheden, raadplagen van internet… Met de richtlijn wil de provincie dat steden en gemeenten niet alleen door een lokale bril kijken, maar streven naar afstemming met bibliotheken binnen de regio of zelfs binnen West-Vlaanderen. Op het vlak van uitleentermijnen en tarieven is de diversiteit zeer groot. De provinciale richtlijn wil daaraan tegemoet komen. Maar het streven naar eenvormigheid moet ook gezien worden in de digitalisering van de bibliotheekwerking. Daardoor kunnen West-Vlamingen die zich inschrijven in één bibliotheek op basis van dat lidmaatschap ook gebruik maken van de diensten in andere PBS-bibliotheken. De richtlijn is echter niet verplichtend, want de provincie kan door de gemeentelijke autonomie niets verplichten.

“Net op dat vlak dreigt het mis te lopen”, stelt provincieraadslid Kurt Himpe. “De voorbereiding voor de uitwerking van de provinciale richtlijn gebeurde in overleg met de West-Vlaamse openbare bibliotheken. Maar bepaalde bibliotheken die aangesloten zijn bij PBS hebben al besloten of zijn van plan om andere tarieven te hanteren. In de richtlijn moet bijvoorbeeld vanaf 18 jaar vijf euro betaald worden. Maar wie in een bepaalde bibliotheek gratis lid wordt, kan in een andere gemeente van heel wat dienstverlening gratis gebruik maken. Als een bepaalde gemeente een goedkoper of gratis tarief aanbiedt, dan heeft dit gevolgen voor de bibliotheken in de buurgemeente. Want wie zal nu vijf euro betalen in een bibliotheek als je een paar kilometer verder gratis lid kan worden”, vraagt Himpe zich af. “Bij heel wat bibliotheken zorgt het nieuws dat er bibliotheken zijn die de provinciale richtlijn niet zullen volgen voor onrust. Want geen enkele bibliotheek ziet graag het ledenaantal dalen.”

Raadslid Kurt Himpe wilde van de verantwoordelijke gedeputeerde weten hoeveel bibliotheken in West-Vlaanderen de richtlijn over de tarieven daadwerkelijk zullen volgen en welke inspanningen nog zullen gedaan worden om de andere bibliotheken over de streep te trekken. “Indien er gemeenten en steden zijn die de richtlijn niet volgen, dan dreigt dit een olievlek te worden die groter wordt en dan is het vele overleg en de inzet van het WINOB-personeel nutteloos geweest”, aldus Himpe.

De gedeputeerde deelde de bezorgdheid van het provincieraadslid. Het hangt immers af van de ruime of gehele toepassing van de richtlijn of dit een succes wordt. Gedeputeerde Vanlerberghe antwoordde dat er binnenkort een bevraging georganiseerd wordt. Op basis van de resultaten zal dan gekeken worden of er nog meer kan gedaan worden. Provincieraadslid Himpe stelde voor om vooral via de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden te werken om de West-Vlaamse steden en gemeenten te overtuigen om de provinciale richtlijn toe te passen.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is