Procedure tot vrijstelling van bedrijfsbelasting moet duidelijk vermeld worden op het aanslagdocument

Provinciebelastingen kmo's moet ook volgens opbrengst

West-Vlaanderen/Kortrijk – Tijdens de provincieraad van maart 2015 herhaalde provincieraadslid Peter Herman (Kortrijk) zijn pleidooi dat de West-Vlaamse provinciebelastingen voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en de slapende vennootschappen en éénmanszaken dringend herbekeken moeten worden.

Onlangs hebben alle West-Vlaamse ondernemers opnieuw de infofiche betreffende de provinciale belasting op bedrijven ontvangen.  Deze belasting bedraagt minimaal € 102 per West-Vlaamse vestiging en loopt op in de honderden, zoniet duizenden euro’s voor bedrijven met een grotere bedrijfsoppervlakte.

Tijdens de budgetbesprekingen van november 2014 en ook reeds daarvoor heeft de N-VA-fractie reeds de hiaten van deze belasting aangekaart. Provincieraadslid Peter Herman (Kortrijk): “We herhalen ze graag opnieuw: Momenteel is de minimale provinciebelasting voor kleine ondernemingen dezelfde, ongeacht de omzet of de ingenomen werkruimte (tot 1000 m²). Dat wil dus zeggen dat wie een lage, of zelfs helemaal geen omzet heeft evenveel belastingen betaalt aan de provincie als bedrijven met een benuttigde oppervlakte van 1000 m² en met een grote/grotere omzet.”

“Slapende ondernemingen betalen geen vennootschap- of personenbelasting, noch BTW omwille van inactiviteit maar betalen wel de ‘Provinciale belasting op bedrijven’ omdat er geen duidelijkheid is betreffende de uitzonderingen en de mogelijke vrijstelling van deze belasting voor deze ‘slapende ondernemingen’. In de bijlage van het aanslagdocument staat er immers niet vermeld welke bedrijven vrijstelling kunnen genieten en welke procedure deze bedrijven dienen te volgen om van deze vrijstelling te kunnen genieten. Dit zorgt ervoor dat de Provincie West-Vlaanderen onterechte belastingen int.  Volgens de Nationale bank en het KBO zou het hier gaan over zo’n 70.000 slapende of inactieve ondernemingen in onze provincie. Indien we dit aantal vermeerderen met de minimale bedrijfsbelasting van €102 zou het hier (voorwaardelijk) kunnen gaan om meer dan 7 miljoen euro onterecht geïnde belastingen.

 “Voor de N-VA is het noodzakelijk dat de provinciebelasting bepaald wordt door een combinatie van lasten op de opbrengsten en de ingenomen werkruimte en dat de mogelijkheden tot vrijstelling alsook de te volgen procedure ter vrijstelling duidelijk vermeld worden op het aanslagdocument,“ drong Peter Herman tijdens de raadzitting aan.

De bevoegde gedeputeerde Carl Vereecke (Open VLD) liet weten om dit euvel te bekijken en op te lossen voor deze ondernemingen. “Wellicht zal het reglement moeten aangepast worden,” aldus Peter Herman.