Nekt de provincie kleine windturbines?

Op 19 november 2015

West-Vlaanderen / Gistel /  Oostrozebeke / Jabbeke – De provincie talmt met het vastleggen van een beleidskader rond kleine windturbines en dreigt door de realiteit ingehaald te worden. Bovendien zijn er vragen te stellen bij de criteria die de provincie wil hanteren. “Want we vernemen dat de economische opbrengst een voorwaarde moet zijn voor het bekomen van een bouwvergunning,” aldus provincieraadslid Wim Aernoudt (Gistel) op de provincieraad van 16 november 2015.

De deputatie selecteerde tijdens haar zitting van donderdag 23 oktober 2014, intussen ruim een jaar geleden, zes gemeenten tot pilootgemeente voor een provinciaal project rond de inplanting van kleine windmolens.  De gemeenten Alveringem, Anzegem, De Haan, Diksmuide, Roeselare en Wingene bereiden in samenwerking met de provinciale dienst ruimtelijke ordening een beleidskader voor om de plaatsing van kleine turbines in goede banen te leiden.

Er werd toen aangekondigd dat het de bedoeling was om dit pilootproject eind 2015 af te ronden en omstreeks deze tijd tot een algemeen beleidskader te komen dat in heel West-Vlaanderen kan toegepast worden.

Intussen plant een grote winkelketen de plaatsing van ruim 30 middelgrote en kleine windmolens bij hun vestigingen in West-Vlaanderen. De technische en economische studie is bijna afgerond. De vestigingen van deze winkelketen in Oostrozebeke en Jabbeke lijken hun proefprojecten te worden.

“Voor ons lijkt het dat de deputatie in dit dossier vooruit moet om niet door de realiteit ingehaald te worden”, begint raadslid Wim Aernoudt (Gistel) zijn betoog. “De deputatie heeft daar weinig oren naar. In zijn antwoord gaf de gedeputeerde De Block (sp.a) mee dat in de loop van het voorjaar 2016 in elk van de 6 gemeenten één proefproject wordt geselecteerd. Van een echt beleidskader voor alle gemeenten is intussen nog geen sprake, hoewel dit voor het einde van 2015 was beloofd.”

“We vernemen van bevoegd gedeputeerde De Block dat de molens niet zullen kunnen geplaatst worden in ruimtelijke kwetsbare gebieden en bebouwde zones. Daar zijn zeker goede argumenten voor. Het gevolg is dat alleen de open ruimte in aanmerking wordt genomen om kleine windmolens toe te laten. Daarmee wordt duidelijk dat vele landbouwers met deze molens aan de slag zullen kunnen. Net vanuit deze hoek is de interesse zeer groot. We krijgen zeer regelmatig vragen vanuit die sector naar een beleidskader. Maar de landbouwers zullen blijkbaar nog veel geduld moeten oefenen. Wij betreuren dat", gaat raadslid Aernoudt verder.

Daarnaast zet N-VA vraagtekens bij één van de andere criteria waarover reeds overeenstemming blijkt te bestaan. “De molens moeten economisch rendabel zijn anders krijgen ze geen bouwvergunning,” verklaarde de gedeputeerde. “De deputatie zal dus de opbrengst berekenen in plaats van de ondernemer. Als deze opbrengst te laag blijkt, zal de bouwvergunning geweigerd worden. Wij zijn van mening dat de deputatie een bouwvergunning moet toekennen op basis van ruimtelijke afwegingen, passend in een ruimtelijk beleidskader, niet op basis van een gebrek aan economische opbrengst. Daarenboven lijkt dit ons een juridisch avontuur dat maar zelden een goede afloop kent.”

“De deputatie houdt in het al dan niet toekennen van een bouwvergunning voor kleine windmolens op die manier geen rekening met andere motieven die mensen hebben om een dergelijke investering te overwegen, waardoor de pure economische winst in een ander perspectief komt te staan. Denk maar aan het positief imago dat een bedrijf hiermee kan verwerven of het effect op het milieu voor de consument. Op die manier zal de provincie de productie van een pak kilowatts groene energie gewoon verbieden. Er zijn zeker argumenten om bij de commercialisering van deze jonge techniek een vorm van consumentenbescherming te organiseren maar dit is niet de juiste manier”, besluit raadslid Aernoudt strijdvaardig.

Kleine windturbine

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is