Kader voor windmolens op komst

ALVERINGEM - Op de eerste provincieraad van 2016 heeft N-VA het provinciebestuur opgeroepen om dringend het beloofde beleidskader voor kleine windturbines aan de geselecteerde pilootgemeenten voor te stellen. “Men beloofde dit tegen eind januari, maar het kader is er niet”, zegt provincieraadslid Luc Coupillie. “Verschillende aanvragers dreigen hun vergunning te mislopen.”

“In november 2015 beloofde het provinciebestuur dat het beleidskader voor kleine windturbines tegen eind januari 2016 klaar zou zijn”, stelt Luc Coupillie (N-VA) uit Diksmuide. “Eindelijk zou ik zeggen, want dit dossier sleept al drie jaar aan. De mensen die een kleine windturbine willen plaatsen, wachten al lang. Meerdere particuliere aanvragers uit de pilootgemeenten hebben ons gecontacteerd. Het beleidskader vanuit de provincie blijft op zich laten wachten en zij vrezen hun aanvraag te zullen mislopen. Het antwoord van de bevoegde gedeputeerde Franky De Block was dat dit wordt uitgesteld tot april of mei 2016. De reden zou zijn dat de academici nog niet klaar zijn. Dit antwoord heeft mij allesbehalve voldoening gegeven. Ik volg het dossier al lang en bij mijn weten zijn de academici van de UGent, de VUB en deskundigen uit andere kenniscentra er al lang uit. Hun eindbesluit is dat kleine windturbines rendabel zijn op voorwaarde dat de turbine goed wordt gekozen en dat de plaatsing zorgvuldig gebeurt”, klinkt het.

“Al deze studies hebben de belastingbetaler veel geld gekost zonder dat het al één eurocent heeft opgebracht. Je zou bijna denken dat er onwil in het spel is. Elke politicus is gewonnen voor het engagement dat de CO2-uitstoot twintig procent moet dalen tegen 2020, maar het in de praktijk brengen is blijkbaar een ander paar mouwen. De vrees voor wildgroei is volgens mij niet nodig. Ik word er moedeloos van, net als de West-Vlaamse ondernemers die klaarstaan om de wind te laten renderen”, besluit Luc Coupillie.

Reactie gedeputeerde

Gedeputeerde Franky De Block zegt dat de opmaak van het nieuwe beleidskader voor kleine windmolens de eindfase nadert. Hij houdt eraan om nog even de geschiedenis te schetsen. “De omzendbrief was goed, maar vooral rond het aspect van de ruimtelijke criteria was het document nogal pover”, stelt Franky De Block. “Toch is dat een belangrijk aspect. We zijn voor de komst van kleine windmolens. Als we kunnen zullen we iedere aanvraag steunen, maar het moet overwogen en verantwoord zijn. Dus zijn we de best mogelijke oplossing aan het zoeken. Eén provinciaal kader opmaken was niet haalbaar. Daarvoor zijn de meeste gemeenten ruimtelijk te verschillend, denk bijvoorbeeld aan Roeselare en Alveringem. Daarom zijn we gestart met pilootprojecten. We deden een oproep naar gemeenten die pilootgemeente willen zijn. Er is daarop behoorlijk wat respons gekomen. Uit het hele aanbod hebben we zes gemeenten geselecteerd: Alveringem, Diksmuide, Anzegem, Roeselare, Wingene en De Haan. In nauwe samenwerking met elke gemeente hebben wij een beleidskader opgesteld. Het resultaat zal dus zes gemeentelijke beleidskaders zijn. Die kunnen achteraf eventueel als inspiratie dienen voor de andere West-Vlaamse gemeenten”, klinkt het.

Tegen de zomer

Waarom de provincie zich niet aan haar initiële deadline van eind januari heeft gehouden, vragen we gedeputeerde De Block tot slot. “Ons doel was om eind januari inderdaad klaar te zijn, maar dat bleek gaandeweg niet haalbaar”, zegt Franky De Block.

“We hebben nog een aantal extra onderzoeken willen voeren. Zo hebben we voor iedere gemeente ons theoretisch kader willen toetsen aan een concrete aanvraag van een burger. Nog voor de zomer hopen we zes afgewerkte beleidskaders te hebben. Of die veel strenger zullen zijn dan de omzendbrief? De omzendbrief blijft de basis, vele zaken hebben we letterlijk overgenomen. Het item ruimtelijke criteria zoals bijvoorbeeld de impact op het landschap of de verhouding tot omliggende woningen is nu wat uitgebreider. Is de aanvraag van de burger in overeenstemming met het gemeentelijk beleidskader, dan lijkt een vergunning mij vervolgens logisch.”