“Maak een einde aan bestaan van middeleeuwse studiebeursstichtingen”

Op 21 december 2015

West-Vlaanderen / Izegem - Provincieraadslid Kurt Himpe (N-VA) roept de deputatie op om de West-Vlaamse studiebeursstichtingen te hervormen en het spookbestaan te beëindigen. Hij herhaalt zijn oproep naar aanleiding van het aflopen van het mandaat van een aantal commissieleden.

“De provinciale commissie voor studiebeursstichtingen omvat vier stichtingen. Deze stichtingen werden destijds in het leven geroepen door personen of families. De studiebeurzen worden gegeven aan jongeren die aan zeer specifieke voorwaarden voldaan worden. In bepaalde gevallen moeten de kandidaten geboren zijn in Roeselare, Tielt of Ruiselede, in andere gevallen moeten ze een priesteropleiding volgen”,aldus provincieraadslid Himpe (Izegem).

De provinciale commissie behoort bij de Vlaamse Gemeenschap. “Maar bepaalde beslissingen moeten nog altijd goedgekeurd worden door de Bestendige Deputatie, zoals het aanstellen van commissieleden, de verkoop van gronden of eigendommen of het samenvoegen van stichtingen.”

Op een schriftelijke vraag van provincieraadslid Himpe antwoordt gedeputeerde Carl Vereecke (Open VLD) dat het mandaat van enkele commissieleden al afgelopen is of binnenkort afloopt. Op de volgende vergadering van de commissie begin 2016 zal dit aangekaart worden door de bevoegde ambtenaar bij de Vlaamse Gemeenschap.

De bevoegde gedeputeerde liet aan Himpe ook weten dat er nog geen stappen ondernomen zijn voor het eventueel samenvoegen van de studiebeursstichtingen. “Met het aflopen van een aantal mandaten van commissieleden is het nu wel het uitgelezen moment”, benadrukt provincieraadslid Himpe.

 “Middeleeuwse studiebeurzen leiden een spookleven”

“Het systeem van provinciale studiebeursstichtingen bestaat niet alleen in West-Vlaanderen”, aldus Himpe. “De oudste studiebeursstichtingen in Vlaanderen dateren zelfs uit de vijftiende eeuw”.

De ene verenigde stichting omvat tien beurzen van elk 230 euro, een andere stichting stelt drie beurzen van 140 euro ter beschikking, een derde West-Vlaamse stichting omvat vijf beurzen van 110 euro en via de laatste stichting  jaarlijks drie beurzen van minimum 250 euro.“Soms zijn de beursbedragen laag en de voorwaarden zorgen ervoor dat bepaalde beurzen zelfs nooit meer zullen worden uitgekeerd. Daarnaast leiden deze beurzen eigenlijk een spookleven, want niemand in West-Vlaanderen is van het bestaan op de hoogte”, besluit provincieraadslid Kurt Himpe.

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is